Angst

ANGST VOOR DE AVERSIEVE GEVOLGEN VAN ETEN

Dit ontstaat meestal door een traumatische ervaring tijdens of na het eten zoals verslikken, stikken, overgeven, buikpijn of een allergische reactie. Uit schrik dat dit opnieuw zou gebeuren, kan men nadien een aversie voor eten ontwikkelen. Dit type ontstaat geregeld op latere leeftijd. Op jonge leeftijd kan het vaak ten gevolge zijn van trauma's rondom het neus-, keel- en mondgebied door bijvoorbeeld een neusmaagsonde of beademing. Kinderen en volwassenen met dit type ARFID leggen dus een negatieve associatie met eten waardoor vermijdingsgedrag optreedt.


Interesse

GEBREK AAN INTERESSE IN ETEN

Als kind melden ze zich niet uit honger. Later zijn dit personen die minder interesse tonen in eten en een geringe hongerprikkel hebben waardoor ze vergeten om te eten. Ze eten weinig en traag. Bovendien kunnen zij honger en verzadiging als onaangenaam ervaren. Omwille van het restrictieve eetpatroon kampt deze groep vaker met ondergewicht.


Sensorisch

OVERGEVOELIGHEID VOOR DE SENSORISCHE KENMERKEN

Deze mensen hebben moeite met de zintuiglijke prikkelverwerking die gepaard gaat met eten. Er komt immers heel wat kijken bij eten, zoals geuren, smaken, kleuren en texturen. Dat komt veelvuldig voor bij mensen met autisme en/of ADHD.